De zomerschool voorkomt niet alleen zittenblijven, maar is ook een manier om maatwerk te leveren. Dat blijkt op het Calvijn met Junior College in Amsterdam, waar een tiental leerlingen in de eerste hittegolf van de zomer van 2015 hun achterstand wegwerkt.
Buiten is het bloedheet. Binnen leveren leerlingen hun schoolboeken in en bij de conciërge staan bossen met rozen te wachten op de avond van de diploma-uitreiking. De school komt in de zomerstand. Maar niet in het enige lokaal met airco op het Calvijn met Junior College in Amsterdam-West. Daar werken vijftien leerlingen die zijn geselecteerd voor de zomerschool rustig aan wiskunde, Engels of economie. Voorzitter van de VO-raad Paul Rosenmöller vraagt hen tijdens zijn werkbezoek aan de school hoe het komt dat ze hier wel kunnen leren en in de normale les niet. De antwoorden variëren van: ‘Het is hier tenminste rustig; ik kan altijd vragen om meer uitleg en: het is vet cool! Ik snap het nu eindelijk.’
BAM! Resultaat direct zichtbaar
De leerlingen die geselecteerd zijn voor de zomerschool hebben de keuze: meedoen of zittenblijven. Dat sterkt hun motivatie enorm. Met iedere leerling is eerst besproken waaraan hij gaat werken en welke stappen ervoor nodig zijn om de komende twee weken het doel te bereiken: een voldoende voor het vak. Zomerschoolcoördinator Emmalien Springer: “Met passende taken, uit het werkboek of van de docent, gaat iedere leerling aan de slag. Ze krijgen net zo lang uitleg als nodig is. Dan maken ze de toets en BAM! Gehaald. Of niet natuurlijk, maar dan weten ze wel direct hoe dat komt en gaan ze opnieuw leren. Werken in een rustige omgeving, betrokken aandacht van de docent en direct resultaat zien: dat zorgt voor een positieve leerervaring. Want deze leerlingen kunnen het niveau prima aan.”
Wat heeft deze leerling nodig?
De zomerschool past in het geheel van maatregelen om meer maatwerk te leveren, zegt teamcoödinator bovenbouw Margret te Stroete: “Leerlingen kunnen in keuzeuren werken aan vakken waarvoor zij zwak staan. Volgend jaar willen we dat uitbreiden naar twee uur per week. Maatwerk is ook LOB. Vier keer per jaar hebben leerlingen een POP-gesprek met hun mentor. Welke talenten willen en kunnen zij ontwikkelen? We stellen doelen waar systematisch naar toe gewerkt moet worden en kijken goed wat de leerling nodig heeft. Dat kan bijles of examentraining zijn, of de zomerschool. Belangrijk is ook dat docenten meer differentiëren in de les. Op dat punt ontwikkelen wij ons, in ons HRM-beleid bijvoorbeeld, met gesprekken met docenten en door te zorgen voor collegiale visitaties, dat ze bij elkaar kijken in de les en leren van elkaar.”
Lees meer over het bewezen effect van Zomerscholen.
