Leerlingen bewust maken van het belang van hun eigen houding

6 August 2015

Deze blog is geschreven door Hilde van Baal, adviseur bij BMC en in de zomer van 2015 projectleider van de zomerschool in Apeldoorn.

Afgelopen twee jaar heeft BMC de opdracht vanuit de VO-raad en het CNV gekregen om de pilot Zomerscholen op te zetten. Vorig jaar verzorgde ik de coördinatie van deze pilot en was ik meer op de achtergrond van het project bezig met dingen te organiseren. Deze zomer kreeg ik de mogelijkheid om voor twee weken op locatie als projectleider vanuit BMC aan de slag te gaan op de zomerschool in Apeldoorn. Een erg leuke opdracht! Deze zomerschool is een samenwerking tussen vier scholen: Gymnasium Apeldoorn, KSG, het Edison en het RSG.

BMC heeft natuurlijk van afgelopen jaren al veel ervaring opgedaan met zomerscholen en hierdoor weten we dat het belangrijk is een goede start te maken. Iedereen op de school (van leerling, ouder tot docententeam), moet goed worden ingelicht over de komst van de zomerschool en het moet duidelijk zijn wat er van hen wordt verwacht. Na de rapportvergaderingen is bij de scholen bekend welke leerlingen naar de zomerschool gaan. Om die goede start te maken ben ik de donderdag voor de start van de zomerschool met de interne projectleider, Liesbeth Meijer van het Gymnasium in Apeldoorn, de verschillende scholen afgegaan voor de warme overdracht. We hebben daar elke leerling doorgenomen; is het hulpvraagformulier aanwezig waarop staat waarom de leerling in de zomerschool zit, is de stofomschrijving duidelijk, is de toets aanwezig, het correctiemodel en zijn er nog eventuele bijzonderheden.

Tijdens de start van de zomerschool op maandagochtend komen de leerlingen nog wat onwennig binnendruppelen. Om 09.00 uur heet ik iedereen welkom, stel ik het docententeam aan hen voor en leg ik uit wat de bedoeling is van de aankomende twee weken. Opvallend is dat door de verantwoordelijkheid voor het volgen van het programma bij de leerlingen neer te leggen je zelfs zag dat de leerlingen na de pauzes op tijd weer in de klas waren, terwijl we geen gebruik maakten van de schoolbel. Mooi om te zien wat de leerlingen eigenlijk allemaal zelf kunnen.

Van te voren heb ik de leerlingen al ingedeeld in klassen per docent. Op de zomerscholen die BMC organiseert wordt gewerkt met 1 docent op 6 leerlingen. Dit kan betekenen dat niet voor elk vak een vakdocent aanwezig kan zijn. In de afgelopen jaren is gebleken dat dit ook niet altijd nodig is. De zomerschool is gebaseerd op gelijkwaardigheid en op eigen verantwoordelijkheid. Leerlingen gaan dus zelfstandig aan de stof werken en geven aan op welke manier ze begeleid willen worden. In de praktijk blijkt dat we vooral moesten coachen op studievaardigheden; hoe pak je een vak aan en wat zijn goede en andere manieren om iets te leren. Natuurlijk heeft BMC op de achtergrond voor een eerstegraads achterwacht gezorgd, zodat we altijd iemand konden raadplegen mochten we er echt niet uit komen. Dit is trouwens helemaal niet nodig geweest. Zelf heb ik ook leerlingen met Grieks en Latijn geholpen, ondanks dat ik hier niet helemaal in thuis ben. Door goede studievaardigheden aan te leren heeft een leerling uiteindelijk voor Grieks een 9,5 gehaald en een andere leerling voor Latijn een 10. Ik was natuurlijk erg trots op deze leerlingen!

In individuele gesprekken met leerlingen kwam naar voren dat leerlingen zelf goed weten waarom ze in de zomerschool zitten. Ze waren niet gemotiveerd, het is te druk in de klas waardoor ze afgeleid raakten of eventueel door de thuissituatie. Toch zijn de leerlingen die meedoen aan de zomerschool erg gemotiveerd om alsnog over te gaan. Tijdens de zomerschool zijn ook sommige afdelingsleiders en docenten komen kijken van de scholen zelf. Ze wisten niet wat ze zagen. De leerlingen waren allemaal zeer geconcentreerd aan het werk en wat een stilte! Kunnen ze niet het hele jaar zo werken? Ook de leerlingen zien het verschil tussen Zomerschool en ‘reguliere’ schoolweken. In de twee weken probeerde ik de leerlingen bewust te maken van het belang van hun eigen houding. We hebben onder andere gesprekken gehad over hoe ze het komende schooljaar voor zichzelf de ideale studie-omstandigheden kunnen creëren.

Twee keer per week stuurden we een e-verslag naar de ouders en leerlingen om hen op de hoogte te houden over de persoonlijke ontwikkelingen tijdens de zomerschool. Dit werd erg gewaardeerd. Leerlingen geven natuurlijk twee weken zomervakantie op voor de zomerschool en tijdens de start vonden ze dit ook niet leuk. Toch ontving ik zelfs van de moeder van de stoerste jongen van de zomerschool een reactie dat ze verbaast was over wat haar zoon haar heeft verteld: “Mam, de zomerschool valt allemaal wel erg mee, ik leer nieuwe dingen en het is eigenlijk toch wel heel leuk!”. Uiteindelijk is hij met een mooi cijfer over gegaan en hij heeft er zelfs nieuwe vrienden aan overgehouden. Daar doe je het voor, je ziet het zelfvertrouwen van de leerlingen met de dag groeien.

Na twee weken hard werken en het maken van toetsen vond er op vrijdag een feestelijke afsluiting plaats. Alle leerlingen én ouders waren uitgenodigd om taart te komen eten en te proosten op een succesvolle afsluiting. Uiteindelijk is 85% van de leerlingen overgegaan naar het volgende leerjaar. Ik ben erg trots op m’n leerlingen en ook op m’n docententeam. Samen hebben we de afgelopen twee weken erg hard gewerkt. Mijn laatste woorden waren dan ook: ‘een hele fijne vakantie gewenst en hopelijk tot niet meer ziens!’. Ik hoop natuurlijk dat alle leerlingen die nu alsnog over zijn, volgend jaar óók gewoon over gaan en ik ze niet meer tegenkom in de zomerschool van volgend jaar.

Deel: